Data zijn een verzameling van nullen en enen die je niet kunt vastpakken. Het representeert iets dat gemeten is. Denk bijvoorbeeld aan data uit de hartslagmeter van je smartwatch. Als we deze vervolgens analyseren, interpreteren en ordenen spreken we van informatie. Informatie is dus een conclusie uit data.
Ondanks data niet tastbaar is wordt er toch veel geld verdiend met data. Ook met persoonlijke informatie. Datahandelaren als Acxiom (VS) en de Focum (NL) verkopen gegevens van burgers aan banken, bedrijven en organisaties. Wanneer je deze gegevens aan elkaar koppelt, krijg je een gedetailleerd beeld van hoe consumenten leven en waar hun interesses liggen. Dit noemen we gevoelige informatie.
De hoeveelheid data die opgeslagen wordt, groeit exponentieel. Dit komt doordat consumenten zelf steeds meer data genereren zoals foto’s en films (op YouTube en Facebook). Tegenwoordig zijn er steeds meer fysieke (huishoudelijke) apparaten aangesloten op het internet. Dit noemen we Internet Of Things, omdat deze apparaten als ware met het internet communiceren zonder tussenkomst van menselijke handelingen. Deze apparaten zijn voorzien van verschillende sensoren, die bergen met data genereren. Maar ook organisaties, overheden en bedrijven produceren en slaan steeds meer data op over burgers.
Big Data
Grote hoeveelheden data worden vaak Big Data genoemd. Het begrip Big Data laat zich lastig definiëren, maar simpel gezegd beschrijft het de praktijk van het verzamelen en analyseren van grote hoeveelheden data. In goede handen kan Big data de mensheid helpen met het oplossen van complexe zaken, denk aan toepassingen in de geneeskunde en infrastructuur. In de verkeerde handen wordt Big Data gebruikt om burgers/consumenten te profileren en te beïnvloeden. Zie cambridge analytica schandaal.